De creatieve avonturen van een Wolvrouw (meestal) en een Houtman (zo nu en dan)

.


zaterdag 28 april 2012

Wild Breien

Leuk boekje van Francine Oomen
Wild breien, hoe komt een mens er op!
En hoe krijg je het dan ook nog voor elkaar dat de hele wereld je idee overneemt. Daar kan je als blogschrijfster alleen maar van dromen.

Ik weet nog hoe we tijdens een familieweekend een hoop lol hadden om een Amerikaanse oudtante die haar hond in Schotse ruiten hees. Je zag de chagrijn in de ogen van die teckel.


Nu zijn we ook hier zover.
Opeens zie je bomen met een jasje en lantaarnpalen met een legging.
Beelden krijgen een hesje. Of erger.

Hanny Berenschot, regenpijp
Waarom doen wij dit, vraag ik mij af.

Nederland is natuurlijk al een poosje aan het wegzakken, het hoogtepunt van de beschaving is duidelijk voorbij. We vervelen ons en velen van ons gaan dan buitenlanders pesten en bumperkleven.
De iets milderen gaan bungyjumpen en - vooral de dames - breien.

Ik leg hiervoor de verantwoordelijkheid bij de politiek. Als daar niemand meer serieus bezig is met de wereldproblematiek, dan kun je het ons, simpele burgers, ook niet kwalijk nemen.

Het gaat bijvoorbeeld niet goed met het milieu. Daar wordt de gemiddelde breister heel treurig van.
En wat doen breisters als ze treurig worden? Ja, natuurlijk, breien.
Omdat de natuur slachtoffer is, wordt er gebreid voor de natuur.

Hanny Berenschot, bomen
En omdat cultuur ook een ondergeschoven kindje is geworden, breien we ook nog eens onderbroekjes voor het beeld op het dorpsplein.
Ik heb zelfs bebreide brievenbussen gezien, een duidelijk teken dat we behoefte hebben aan meer communicatie tussen mensen.

Hanny Berenschot
Kijk, daarom breien wij wild!

Ik moet zeggen, het vrolijkt de boel wel op. Het tovert een glimlach op het gezicht van voorbijgangers.
Ik weet niet of het uiteindelijk onze wereld nog kan redden, maar het maakt de neergang wel dragelijker.
Let's go down gracefully.
Ach, laten ze in het Catshuis toch gaan breien!

Hanny Berenschot, bomen en boomstronk

vrijdag 20 april 2012

Wiskunde

Op de middelbare school was ik dol op natuurkunde, scheikunde en wiskunde. Een beetje een nerd zouden we nu zeggen.
Niet dat het me zo makkelijk afging, maar het was wel een soort spannend spel, waarnaast talen een beetje saai en nutteloos leken.
Pas later, met mijn eerste Franse vriendje, viel het kwartje wat talen betreft.
Ik ben een groot voorstander van talen leren in de praktijk.


Natuurkunde was veruit favoriet, ondanks een draak van een leraar.
Opeens begreep ik de wereld! Krachten, trillingen, optische wetten, ik was er dol op! Dus daarom kostte het fietsen zo'n moeite, heuvel op! En daarom kreeg je die grappige rimpels in het water van het zwembad, als je je rotbroertje erin had geduwd!
Ah, exacte vakken...


Maar, ik weet het wel, over dit soort onderwerpen moet ik niet te lang doorgaan, zeker niet in een gezellig blogbericht, want anders sta ik al snel in mijn eentje te ratelen.

Toch komen ze nog wel eens van pas, de lessen die wij op school leerden.
Ik heb laatst van een echte Japanse mevrouw gehoord dat je groene thee niet met kokend water mag zetten. Het moest heus 80 graden zijn, geen graad meer of minder, anders gingen de gezondheidsbevorderende krachten verloren! (Deze Japanse mevrouw sprak goed Nederlands.)
Wie ben ik om dat dan tegen te spreken.

Japanse thee:

In de praktijk is dat wel een beetje een geklungel, als ik eerlijk mag zijn.
Moet ik het water eerst laten koken en dan weer af laten koelen?
Moet ik het juist eerder van het vuur halen?
En hoe weet ik wanneer het 80 graden is?
Wij hebben hier namelijk nog een ouderwetse fluitketel, met zo'n doordringend fluitje.


Nu komt de Wiskunde van pas!
En mocht je geen wiskundeknobbel hebben, dan lees je hier maar even snel overheen. Volgend bericht gaat weer over wol.

Tegenwoordig verwarm ik dus de theepot eerst voor (wat mij tijdens een andere gelegenheid weer dwingend werd voorgeschreven door een heel aardige Engelsman).

Engelse thee:

Daarna kook ik het water in mijn fluitketeltje. Ik vul 4/5e van de theepot met dat kokende water (4/5e = 80%) en doe er 1/5e deel ijskoud water (= 20%) bij. Dat moet dan een potje met water van 80 graden opleveren, dacht ik zo.

Zo komt het dat ik na al die jaren eindelijk doorheb wanneer wiskunde en talen bij elkaar komen.
Als je thee drinkt met een Japanse mevrouw en een Engelse meneer.

Internationale thee:

woensdag 11 april 2012

De essentie van het leven

Als je eenmaal aan wol begint, dan sla je daarin soms een beetje door. Zo gaat dat nu eenmaal.
Dus na mijn keurige introductie met het vilten van tasjes, sloffen en hoedjes, lonkten algauw de hele vachten.
Zoals dat mooie vacht dat nu in Zweden ligt.


En dit warme kussen gemaakt van een lamsvachtje.
Let wel, het lammetje leeft natuurlijk nog! Dit was enkel zijn geschoren vachtje. Laat dat duidelijk zijn.



Toen werd het tijd voor iets nieuws en ik besloot dat ik zou gaan spinnen. Wol is wol en als je dat eenmaal in je vingers hebt dan kan je er alles mee, dacht ik nuffig.
Een beetje zelfoverschatting is Kyroushka niet vreemd.

Ik ging dus spinnen en zat binnen de kortste tijd bij twee spingroepen (ik doe niet graag iets half).
En ging daar geweldig op mijn gezicht.


Tussen de zoemende spinnewielen met ontspannen kletsende vrouwen, zat ik te stuntelen met brekende draden, wielen die uit zichzelf van draairichting veranderden en uiteindelijk met garen, zo onregelmatig dat er zelfs geen vloerkleed mee te breien viel.


Leren spinnen, lieve lezers, is een eenzaam en langdurig gevecht! Dat je maar beter in je eentje kan voeren, want niets was frustrerender dan die lieve dame naast mij, die tussen de fantastische bergen zelfgesponnen, ijle, sprookjesgarens zat en mij probeerde te leren hoe het moest.
Zonder resultaat.

prachtige pastelkleurige wol van Hanny
vrolijke kleuren van Jet
Ik ben nu een stuk ootmoediger geworden. Ik weet nu dat je voor spinnen geduld moet hebben. En doorzettingsvermogen.
Dat er menig draadje knapt, maar dat je steeds weer opnieuw kunt beginnen.

Eigenlijk is het gewoon het Leven zelf wat ik hier in handen heb: ruwe wol wordt schoongeplukt, gekaard, gesponnen en tenslotte in een ontwerp verwerkt.
Vita Feminea Textura.
Wat je gemaakt hebt deel je weer met elkaar: je krijgt tips, ideeen en vaardigheden aangereikt.
En ontzag voor andermans creaties!

omslagdoek van Hanny Berenschot,
gesponnen, geverfd, gebreid


deken van Jet Aalders,
gesponnen, geverfd, gebreid

Bedenk ook even dat dit al eeuwenlang zo gebeurt! Vrouwen hebben door de hele geschiedenis heen en in verschillende culturen samen gesponnen, geverfd en gebreid. En op die manier hun problemen besproken, hun zorgen gedeeld, hun leven gevormd.
Ik zei het jullie toch? Wol is de essentie van het leven.

dinsdag 10 april 2012

Een Piratenverhaal


Sst, kom eens! Ik zal jullie een geheim vertellen.
En dit keer niet een simpel geheim, zoals de verbergplek van mijn voorraad chocola, nee, dit keer gaat het om een Schat.
Eigenlijk een Schatkist.
Wij hebben namelijk een schatkist in huis en een gevulde bovendien!


De kinderen maken er de blits mee bij hun vrienden. Die natuurlijk allemaal willen weten hoe wij aan die schat komen. Dus moet ik dan wel weer in mijn vertelstoel bij de kachel gaan zitten.


Kijk, het zit zo.
Toen wij nog niet getrouwd waren, Houtman en ik, gingen wij eens op vakantie naar een eiland ergens in de Stille Zuidzee.
Daar liepen wij op een dag gezellig samen over het strand, een beetje te dollen, schelpjes wegschoppen, kokosnootje leegdrinken, je kent het wel.


We waren net op een heel rustig stuk aangekomen toen er opeens uit de zee een vreemde boot opdoemde. Er wapperde een zwarte vlag op met een doodskop.


Nou houden wij helemaal niet van het thema doodskoppen, dus we kropen snel weg achter een palmbosje.

Tot onze grote verbazing kwamen er een aantal dikke piraten uit de boot gestapt, met een zware kist tussen hen in.
Hoe wij wisten dat het piraten waren, vraagt dan altijd het bijdehandste jongetje van de groep.
Omdat ze een ooglapje omhadden, knul.

Die piraten dus, begonnen een groot gat in het zand te graven. Nu kun je meteen weten dat ik dit verhaal niet uit mijn duim zuig, want ik zag dat het losse zand dat de piraten uit de kuil schepten de hele tijd weer teruggleed en ik dacht nog bij mezelf: "Beetje domme piraten zijn dat, ietsje verder de palmbossen in en de grond zou al veel steviger zijn!"
Dat soort details verzin je niet.


Wij bleven met z'n tweeen natuurlijk heel stil staan toekijken. Je moet nooit tussen een piraat en zijn schat komen.

Na een poos werd de kist erin gelegd, ze keken nog eens snel om zich heen, één tekende op een slordig stuk papier, naar ik vermoedde, een schatkaart met de locatie erop en toen ging het zootje weer met het bootje de Oceaan op.

We hebben nog even overlegd of we misschien langs het lokale politiebureau moesten gaan, maar wees eerlijk jongens, wat hadden jullie gedaan?
We besloten dat het toch niet echt viel onder Gevonden Voorwerpen, het was natuurlijk allemaal Gestolen Waar van vele generaties piraten. Dus namen we het mee, waardoor het uiteindelijk een vakantie was die zichzelf terugbetaalde.

De kist staat sindsdien hier in huis, op een niet-opvallende plek. Hij is nog steeds niet leeg, tot groot ontzag van alle buurtkinderen.
Die er, één keer per jaar, en alleen als ze aardig zijn voor mijn kinderen, in mogen kijken. En alleen de allerleuksten mogen er mee spelen.