De creatieve avonturen van een Wolvrouw (meestal) en een Houtman (zo nu en dan)

.


zaterdag 21 februari 2015

Turks Vilten

Een dagje Rotterdam is voor ons Drenten een belevenis van jewelste. Op dat moment vergeet ik dat ik de weg weet in Shanghai, Kaapstad en Chicago, ik ben enkel nog een Provinciemeisje in de Grote Stad.
Wat doet een Provinciemeisje daar? Heel simpel: eten.
Houtman en ik hebben een collectief geheugen als het gaat om eten. We wisten nog uit een ver verleden dat er in Rotterdam een straat bestaat, niet zo heel ver van het Centraal Station, waar je in enkele stappen van Suriname naar China naar Marokko kon lopen.
We vonden hem direct: de Kruiskade.

Natuurlijk wilden we alle beroemde architectonische hoogstandjes van de stad zien, maar ik vrees dat we meer dan de helft van de dag op de Kruiskade doorbrachten.

Eerst natuurlijk koffie drinken met een Turks gevuld broodje (borek). Bij een hip Turks meisje.
Daarna alle Oosterse Supermarkten van binnen bekeken, tassen vol spannende groenten, kruiden en noedels, met recepten erbij van de Chinese eigenaar.

Tussendoor Marokkaanse muntthee met Turkse Baklava, kon niet anders.
Haarextensions bekeken bij de Hindoestaanse kapper. Toch maar niet gedaan.
Beetje trek gekregen en bij de Surinamer gegeten, kon er nog makkelijk bij: roti met tofu en ei, gado gado en wonton soep. En Chinese thee.
Wereldpolitiek besproken met de Surinaamse eigenaar.

roti met tofu, aardappelen en ei
gado gado en wonton soep
Recept satésaus voor gado gado, uit mijn kookschrift...
Met een volle buik is het minder fijn lopen, dus we hielden de architectuur-route kort. Prioriteiten stellen: Erasmusbrug, De Rotterdam, Kubuswoningen met Potlood.
Mooi en heel indrukwekkend.

De kers op de taart was uiteraard de nieuwe Markthal: onder een prachtige overkapping 20 miniwinkels met min of meer exotische lekkernijen.
Ach, wat een feest!

Tussen de Marokkaanse, Nederlandse en Turkse jeugd aten we daar, als afsluiting, heerlijke Libanese mezze...

Weet je, ik denk dat we maar niet teveel moeten integreren.


TURKS VILTEN:

Bij Turks vilten werk je met motieven van voorvilt in plaats van losse plukken. Zo blijven de figuren scherper begrensd.
Ik begin met de laag die aan de bovenkant van het werk moet komen (de motieven) en bouw daarop de onderste lagen (de neutrale ondergrond). Precies omgekeerd dus van wat we hier meestal doen.
Nodig: losse Bergschaapwol (ondergrond) en diverse kleuren Merino lontwol (motieven).

Van de Merinowol maak je van iedere kleur een lap voorvilt (dakpansgewijs neerleggen, warm water en zeep, voorzichtig wrijven; nog niet rollen).
Uit deze lappen voorvilt knip je leuke vormen (ja, knippen mag hier).
Deze op bubbelplastic neerleggen. Denk eraan dat de bovenkant onderop ligt!
Als je tevreden bent met de motieven komt de wol voor de ondergrond er bovenop (ik gebruikte hier grijze, gekaarde, Bergschaapwol).
Losjes en gelijkmatig erop leggen, tussendoor nat maken met warm zeepwater.
Maak deze laag flink dik als je, zoals ik, een stevig plat kussen voor een stoel wilt hebben. Bij mij was de droge laag wel 15 cm hoog.

Laag plastic (of een laken) erop, oprollen, evt. dichtbinden met postbode-elastieken en dan begint pas het echte werk: rollen, rollen, heen en weer. Heel lang!
Wisselend van rolrichting, totdat het viltwerk dik en stevig is.
Dat duurt even, da's niet erg, krijg je stevige borsten van...

Op maat van de stoel knippen (en evt. nog wat narollen om hier de scherpte van af te halen).
Succes.

 Met dank aan de lessen van Mama Luca.

donderdag 12 februari 2015

Een Kippenthriller

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: ook Esther is kassie wijle.
Van haar stokje gevallen.

Esther
Ik weet dat enkelen van jullie ernstig meeleven met mijn kippenbestand, vandaar dat ik er toch nog maar een berichtje aan wijd.
Het is zorgwekkend, er resten mij slechts een Hitsige Haan en een Kip in de Overgang:  Bouillon en Tok.
Daar komen geen eieren van, nee. 

Bouillon en Tok
Een dag ervoor liep Esther nog opgewekt naast Bouillon om de lekkerste hapjes op te eisen (Bouillon is een galante haan, dat moet ik hem toegeven; ook Tok mag nog snel wat wegpikken voordat hij zelf begint).
Vanochtend lag ze levenloos in het zaagsel.

Wat onze gemoederen nu vooral bezighoudt is de schuldvraag.

Gisteren namelijk, tijdens de avondmaaltijd (die wij met elkaar aan tafel gebruiken - zonder telefoontjes - waardoor er ruimte is voor Zinvolle Gesprekken) opperde Puberdochter dat Tok toch maar mooi alle andere kippen overleeft, terwijl ze verreweg de oudste was. Ik roep hierbij Witje, Bruintje, Dodo, Polly en nu dus Esther nog even in jullie herinnering. 
Puberzoon vond dat verdacht.

Toen we erover gingen nadenken, wij ook.

Tok en Bouillon
Onze Witje, die als eerste de pijp uitging (en toen al de enige was die eieren legde...) was erg dominant, vooral richting Tok. Op een dag vonden we Witje dood op het pad, de andere drie scharrelden er onbewogen rondom.
Kort daarna lag Bruintje dood naast het waterbakje. Dodo en Tok deden of hun neus bloedde.
Weer een maand later lag Dodo opeens dood onder de rhododendron. Tok deed alsof er niets aan de hand was.

Arme Tok, dacht ik toen. Hélemaal alleen.
Daar moest verandering in komen en zo kwam ik met onze drie Orpington hennen, waarvan het verhaal hier al eerder werd verteld.
Kleine Polly ging als eerste heenwaarts, maar hier kan ik voor Tok garant staan.

Polly

Esther echter, ontwikkelde zich al snel tot Tok's concurrente in de strijd om de lekkerste hapjes en de aandacht van Bouillon.
Erg onaardig van haar, maar Tok leek er onverschillig onder.
Ook Esther is dus dood.

Esther
We beginnen nu te twijfelen.
Voelde Tok zich wel zo alleen daar in dat grote hok?
En verbeeldde ik het me nou of zag ik een bepaalde blik in haar ogen, toen ik vanochtend het hok openmaakte en haar op de stok zag zitten, kijkend naar Bouillon?

Tok en Bouillon in het slaaphok
Ik denk dat ik Bouillon in de gaten moet houden...

Bouillon