Wat doet een Provinciemeisje daar? Heel simpel: eten.
Houtman en ik hebben een collectief geheugen als het gaat om eten. We wisten nog uit een ver verleden dat er in Rotterdam een straat bestaat, niet zo heel ver van het Centraal Station, waar je in enkele stappen van Suriname naar China naar Marokko kon lopen.
We vonden hem direct: de Kruiskade.
Natuurlijk wilden we alle beroemde architectonische hoogstandjes van de stad zien, maar ik vrees dat we meer dan de helft van de dag op de Kruiskade doorbrachten.
Eerst natuurlijk koffie drinken met een Turks gevuld broodje (borek). Bij een hip Turks meisje.
Daarna alle Oosterse Supermarkten van binnen bekeken, tassen vol spannende groenten, kruiden en noedels, met recepten erbij van de Chinese eigenaar.
Tussendoor Marokkaanse muntthee met Turkse Baklava, kon niet anders.
Haarextensions bekeken bij de Hindoestaanse kapper. Toch maar niet gedaan.
Beetje trek gekregen en bij de Surinamer gegeten, kon er nog makkelijk bij: roti met tofu en ei, gado gado en wonton soep. En Chinese thee.
Wereldpolitiek besproken met de Surinaamse eigenaar.
roti met tofu, aardappelen en ei |
gado gado en wonton soep |
Recept satésaus voor gado gado, uit mijn kookschrift... |
Mooi en heel indrukwekkend.
De kers op de taart was uiteraard de nieuwe Markthal: onder een prachtige overkapping 20 miniwinkels met min of meer exotische lekkernijen.
Ach, wat een feest!
Weet je, ik denk dat we maar niet teveel moeten integreren.
TURKS VILTEN:
Bij Turks vilten werk je met motieven van voorvilt in plaats van losse plukken. Zo blijven de figuren scherper begrensd.
Ik begin met de laag die aan de bovenkant van het werk moet komen (de motieven) en bouw daarop de onderste lagen (de neutrale ondergrond). Precies omgekeerd dus van wat we hier meestal doen.
Nodig: losse Bergschaapwol (ondergrond) en diverse kleuren Merino lontwol (motieven).
Van de Merinowol maak je van iedere kleur een lap voorvilt (dakpansgewijs neerleggen, warm water en zeep, voorzichtig wrijven; nog niet rollen).
Uit deze lappen voorvilt knip je leuke vormen (ja, knippen mag hier).
Deze op bubbelplastic neerleggen. Denk eraan dat de bovenkant onderop ligt!
Als je tevreden bent met de motieven komt de wol voor de ondergrond er bovenop (ik gebruikte hier grijze, gekaarde, Bergschaapwol).
Losjes en gelijkmatig erop leggen, tussendoor nat maken met warm zeepwater.
Maak deze laag flink dik als je, zoals ik, een stevig plat kussen voor een stoel wilt hebben. Bij mij was de droge laag wel 15 cm hoog.
Laag plastic (of een laken) erop, oprollen, evt. dichtbinden met postbode-elastieken en dan begint pas het echte werk: rollen, rollen, heen en weer. Heel lang!
Wisselend van rolrichting, totdat het viltwerk dik en stevig is.
Dat duurt even, da's niet erg, krijg je stevige borsten van...
Succes.
Met dank aan de lessen van Mama Luca.